maandag 27 juni 2011

Dag 1 Irún naar San Sebastián

Half zeven was een ieder uit bed, pakken, wassen, even wat eten en dan de deur uit. Bij de deur onze Spaanse gastvrouw die vraagt of ik nog koffie wil, ja natuurlijk, koffie met melk en suiker, koekjes, kaakjes geroosterbrood en jam erbij, daar wordt je pas echt wakker van. Een gemelleerd gezelschp rond de tafel, een Fransman die Spaans spreekt en een beetje Engels, een Canadees die vloeiend Engels, Duits, Spaans en Frans spreekt, hij is de tolk vanmorgen, nog een Engelse en en Duitse vrouw maken de tafel compleet. Als ik na een dubbele kop koffie op weg ga kan de dag niet meer stuk bij mij.
In de straat staat een lekker koel windje de zon is nog niet boven de huizen, dit loopt lekker en de gelepijlen zijn door Irun goed te vinden. Al snel volg ik kleine weggetjes tussen de huizen door naar de rand van de stad.
Ik loop een moeras door over kleine paadjes en bruggetjes en de geuren van de kruiden komen je aangenaam tegemoet, wat later begint de eerste en zeker niet de laatste kuitenbeiter van deze dag. Vrij stijl omhoog naar een klooster klimmend een hele heis om boven te komen, mijn eerste rustplaats deze dag, doordat ik door het bos loop wordt ik nog aardig ontzien door de snel naar grote hoogte klimmende zon, als ik verder klim merk ik dat de wind wat wegvalt of erg warm is.
Boven loop ik gedurende langetijd over een pad dat op gelijke hoogte zich slingerd rond bergketens, het is hier best aandig lopen en ik kan er goed de pas inhouden. Na zo´n vijftien kilometer volgt een pittige afdaling waarbij je tenen steeds tegen de voorkant van je schoenen klem zitten. Als ik halverwege sta uit te puffen krijg ik enige bemoedigende worden van een Spanjaard, van zodadelijk kan je je voeten laten afkoelen in het water of zelfs even zwemmen. Beneden bij het dorp zijn er enige aanlegstijgers waarop mensen met hun blote voeten in het water zitten, dat laat ik mij niet ontgaan, wouw dit is lekker. Even later met het bootje overgevaren, de brug is te ver weg en ik vervolg mijn tocht over de andere kade richting zee. Het is heet en open gelukkig staat er een briesje, ik zal blij zijn als ik de bocht door ben, kan ik tenminste in de schaduw lopen. Na de bocht schrik ik, een trap en niet zomaar eentje het einde kan ik geen eens zien.
Hij is een kilometer hoog, als er elke 30 cm een treden is dan mag ik 300 treeden stijgen. Ik heb ze niet geteld en ook niet de keren dat ik heb staan puffen om bij te komen. Na de trap verder op paden naar boven zit je echt niet op te wachten en mijn watervoorraad is aardig aan het slinken. Verder lopend op en neer, ik kan niet helemaal meer genieten, het is heet en gelukkig kom ik twee fietsers tegen die wat water over hebben, dat geeft weer moed. Verder heuveltje op en af er lijkt geen einde aan te komen, dan sta ik plotseling voor het eerste restaurant van de dag, ik wordt haast letterlijk naar binnen getrokken of ik een lekker glas sap lust, ik laat me het geen tweede keer zeggen en als ik deze in notime leeg heb krijg ik nog een tweede en derde glas. Bij het afrekenen mag ik zelf wat ik een pot doen, ik ben dankbaar en krijg nog een fles water mee. Nog drie kilometer naar San Sebastian, een hele lange en steile afdaling, om 16.30 uur na 8 uur lopen ben ik bij het begin van de stad en dan nog zeker twee kilometer langs het strand naar de Jeugdherberg waar ik vannacht slaap.
Ik heb geen puf meer om nog even een duik in zee te nemen hoe aanlokkelijk het er ook uitziet. Eten en naar bed, ik hoop dat het morgen wat beter gaat.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten